‘Soms is die avondcursus net dat kleine duwtje richting veerkracht’, schrijft Inge Denaeghel. Ze reageert op de beslissing van Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) om de inschrijvingsgelden te verhogen in het volwassenenonderwijs.
De plannen van de nieuwe onderwijsminister Zuhal Demir om de inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs fors te verhogen — ook voor opleidingen zoals Italiaans of koken — doen me nadenken. Niet alleen als lesgever, maar vooral als mens.
Wie schrijft zich straks nog in als het inschrijvingsgeld bijna verdrievoudigt?
Niet iedereen volgt Italiaans om Dante te lezen. Soms wil je gewoon leren bestellen in een trattoria. Of één keer per week een reden hebben om buiten te komen, je hoofd leeg te maken, mensen te zien.
Een avondcursus is geen luxe. Het is vaak een vorm van persoonlijke verrijking. Een manier om uit je isolement te raken, iets bij te leren zonder prestatiedruk.
En ja, langer blijven leren helpt tegen dementie — daar bestaan studies over.
Niet iedereen kan zich een golfabonnement permitteren. Of een wellnessweek. Soms is dat leslokaal het enige plekje waar iemand op adem komt.
En dat is geen anekdote, dat is bewezen.
Zelf volg ik Italiaanse les.
We lachen tijdens de les, maken fouten zonder schaamte, verbeteren elkaar. Sociale afkomst speelt daar geen rol. In dat klaslokaal zijn we gewoon mensen die samen iets willen bijleren — over een taal, een cultuur, en eigenlijk ook over elkaar.
We zijn gelijken, even enthousiast over klinkers, gebaren en pasta.
En na de les gaan we blijgemutst naar huis. Met wat extra woorden, ja, maar vooral: met wat extra warmte.
Dat is de kracht van volwassenenonderwijs. Het verbindt zonder drempels.
En dan vergeten we nog iets: de wortels van dit onderwijs.
De taal- en nijverheidsleergangen ontstonden in een Vlaanderen waar het Nederlands nog moest vechten voor erkenning. Ze waren het antwoord op de taalstrijd én op de nood aan technisch geschoolde mensen in een industrialiserende samenleving.
Ze kwamen er dankzij de Vlaamse Beweging, vanuit het geloof dat elke mens recht heeft op vorming, ongeacht afkomst of status.
Die geschiedenis lijken we nu te vergeten.
Straks maken we van leren een luxeproduct.
Er zitten nu al te weinig mensen uit andere culturen of sociaal kwetsbare groepen aan onze universiteiten.
Dat merk ik, elke dag opnieuw, in mijn werk.
Als we nu ook de drempel verhogen in het volwassenenonderwijs, trekken we die lijn gewoon door: richting een samenleving waar kansen afhangen van wat je portefeuille toelaat.
Als schrijver geloof ik in levenslang leren. In nieuwsgierigheid, op eender welke leeftijd.
Schrappen in dat aanbod, of het onbetaalbaar maken, is niet alleen kortzichtig — het is ook duurder dan men denkt.
Minder cursisten betekent minder lesgevers. Minder samenkomst. Meer eenzaamheid.
En uiteindelijk: meer kosten voor de maatschappij.
Soms lijkt het alsof we vergeten zijn waarom we ooit begonnen zijn met investeren in mensen.
Misschien moet daar weer eens een les over komen.
Gratis, liefst.
Inge Denaeghel is antropoloog en schrijver. Ze doceert aan de Universiteit Gent, waar ze toekomstige leraren opleidt.
Haar debuutroman Bevroren levens werpt een indringende blik op het leven van de Boerjaten, een volk dat woont rond het Baikalmeer. In een poëtische stijl verweeft ze persoonlijke verhalen met de ruige schoonheid van de Siberische natuur. Het boek vertelt over moed, verlies en zelfopoffering, en biedt een menselijk perspectief op de Russische geschiedenis — van de Stalinperiode tot vandaag.