Waarom u uw visconsumptie moet herzien: ‘Tonijn en kabeljauw zijn de leeuwen en tijgers van onze oceaan’

‘Dat de tonijn terug in de Noordzee zwemt, sterkt mij in het idee dat de oceanen zich kunnen herstellen.’ © Getty Images
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Ons leven is volledig afhankelijk van de gezondheid van de zee, en toch staan de oceanen onder druk door overbevissing en de opwarming van de aarde. ‘We moeten de oceaan met rust laten’, zegt marien bioloog Marc Kochzius.

‘Na bijna honderd jaar op deze planeet begrijp ik dat de belangrijkste plek op aarde niet het land is, maar de zee’, zegt Sir David Attenborough in zijn nieuwe docufilm Ocean.

De 99-jarige Britse bioloog heeft gelijk, vindt marien bioloog en hoogleraar Marc Kochzius (VUB). ‘De zee beslaat 70 procent van ons aardoppervlak en is het grootste ecosysteem op aarde. Haar buffercapaciteit van warmte en CO2 is ongelooflijk. Zonder oceaan zou het op aarde zo heet zijn dat we niet zouden kunnen overleven. Als we veel CO2 blijven uitstoten, raakt de buffercapaciteit van de oceaan op een bepaald moment op. Dan bereiken we een kantelpunt en glijden we snel af naar een systeem dat waarschijnlijk heel nadelig zal zijn voor ons. Het grote probleem is dat niemand weet wanneer dat kantelpunt wordt bereikt.’

Welke gevolgen van de klimaatverstoring zien we nu al?

Marc Kochzius: Door de verhoogde temperatuur in de atmosfeer en de opwarming van het zeewater, zijn er steeds meer mariene hittegolven. Toen ik in 2022 in Sicilië in de Middellandse Zee op duikexpeditie was, was de temperatuur op zo’n 15 meter nog 28 graden en aan het oppervlak zelfs 30. Dat zijn waanzinnige temperaturen. Die hittegolven zijn voor de overleving van heel wat soorten een groot probleem. Er zijn nu al verschuivingen van soorten van de subtropen en de tropen naar gematigde regio’s in het noorden en zuiden, die stilaan steeds minder gematigd worden. Aan de tropen is de biodiversiteit het grootst, maar blijft dat zo? Aangezien het ook aan de polen steeds warmer wordt, raakt het zeeleven in de val. Het is aanpassen of verdwijnen.

We hebben het gematigde Europese klimaat te danken aan de warme Golfstroom die tropisch water naar onze gebieden brengt. Hoe erg is dat systeem in gevaar?

Kochzius: Het smelten van de ijskappen zorgt ervoor dat de oceaanstromingen veranderen, waardoor de circulatie die de Golfstroom aandrijft zou kunnen stoppen. Dan zou het paradoxaal genoeg erg koud worden in Europa. De Hollywoodfilm The Day after Tomorrow is losjes gebaseerd op modellen van dertig jaar geleden. Maar een recente studie zegt iets gelijkaardigs. Een ijstijd zal er niet komen, maar we zouden hier wel een gelijkaardig klimaat krijgen als dat van Canada.

We hebben het altijd over smeltende ijskappen en warmer wordend zeewater, maar hoe dramatisch is oceaanverzuring?

Kochzius: ‘Verzuring’ is misschien een slechte benaming. Wanneer oceaanwater CO2 opneemt, ontstaat een chemische reactie waarbij koolzuur wordt ontwikkeld. Zeewater verandert niet in azijn, de pH-waarde is nog altijd rond 8,1. Afhankelijk van hoeveel CO2 we blijven uitstoten, zal die verder dalen. In sommige regio’s van de oceaan staat daardoor de beschikbaarheid van calciumcarbonaat onder druk, waardoor het voor alle organismen moeilijker wordt om nog schelpen en skeletten aan te maken. Ook het hele ecosysteem van koraalriffen bestaat uit kalkskeletten. Wanneer de pH daalt, verzwakt hun skelet en worden ze weggeblazen door stormen.

‘Niemand in Europa zal verhongeren als de visserij aan banden wordt gelegd.’

Attenborough laakt in Ocean op ongeziene en hartverscheurende wijze de sleepnetvisserij. Hoe destructief is die grootschalige industrie?

Kochzius: Gigantisch. Ondanks documentaires als End of the Line en Seaspiracy, die de verwoestende impact van overbevissing op onze oceanen hebben blootgelegd, is het visserijmanagement van de Europese Unie nog steeds rampzalig. De Europese ministers van Landbouw, die verantwoordelijk zijn voor visserij, verdelen de koek onder elkaar. Maar in plaats van rekening te houden met door de wetenschap opgestelde quota, maken ze de koek gewoon groter omdat ze vinden dat de quota niet hoog genoeg zijn. De overgrote meerderheid van de ministers van Landbouw heeft geen flauw idee van de oceaan. Zo gaat het al dertig jaar.

Waarom niet?

Kochzius: Vooral de Spaanse visserijlobby is heel sterk. Ze schermt met argumenten dat visserij de voedselzekerheid en werkgelegenheid in Europa verzekert. Dat klopt niet. Niemand in Europa zal verhongeren als de visserij aan banden wordt gelegd. Amper één procent van de mensen die in de bio-industrie werken, werkt in de visserij. Het argument dat visserij deel uitmaakt van een eeuwenoude traditie slaat ook nergens op. Grootschalige industriële visserij, die enkel uit is op winst, is geen traditie. Kleinschaligere visserij wel. Niemand wil de paardenvissers aan de Belgische kust weg.

Kunnen we het ons als consument nog veroorloven om vis te eten?

Kochzius: Behalve af en toe een klein stukje zalm in mijn sushi, eet ik amper nog vis. Wil je goeddoen voor de oceaan, stop dan met vis te eten of visoliesupplementen te nemen. De meeste vissen die op ons bord belanden, zijn toppredatoren, zoals tonijn, kabeljauw en zalm. Ze zijn ontzettend belangrijk voor het ecosysteem, maar staan onder druk. We bouwen gigantische natuurreservaten om leeuwen en tijgers te beschermen. Tonijn, kabeljauw en zalm zijn de leeuwen en tijgers van de oceaan, maar daar jagen we maar op los. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) houdt statistieken bij van hoeveel vis er in elk land wordt gevangen en noemt dat verbloemend ‘productie’. Maar laten we wel wezen: visserij is geen productie, maar jacht.

Bent u nog hoopvol?

Kochzius: Toch wel. Dat de tonijn terug in de Noordzee zwemt, bewijst dat de oceanen zich kunnen herstellen. Natuurbeheer vraagt niet veel werk, we moeten alleen de natuur met rust laten. De wereld heeft zich daarnaast akkoord verklaard om 30 procent van de wereldzeeën te beschermen tegen 2030. Maar ik maak me zorgen over het Globale Zuiden waar armoede en overbevolking natuurbeheer bijna onmogelijk maken. Mensen vissen er op kleine schaal voor hun eigen voedselvoorziening. Beperk je daar de visserij, dan neem je die mensen hun avondeten af. Om te vermijden dat ze nog gaan vissen, moet je hen een alternatief bieden en armoede aanpakken. In Europa zouden we het probleem van overbevissing makkelijk kunnen oplossen, maar de politieke wil is er niet. In het Globale Zuiden is het omgekeerd: daar is de politieke wil er, maar niet de middelen.

Lees ook: 10 opmerkelijke feiten over oceanen